- U bevindt zich hier:
-
Start
-
Ook nuttig
-
Wieler Woordenboek
- Wieler Woordenboek W -Z
A | B | C | D | E-F | G-J | K | L-M | N-O | P-R | S | T | U-V | W-Z |
Waaier rijden Deze techniek wordt toegepast bij tegenwind. Er wordt gefietst in een lang lint, waarbij elke renner zo kort mogelijk schuin achter het wiel van zijn voorganger zit. Zie onze pagina's Waaierrijden (deel 1) en Waaierrijden (deel2).
Wandeletappe Een etappe waarin het tempo zeer laag ligt.
Wang Zijkant van een fietsband.
Waterdrager De knecht van een wielerploeg of kopman.
Wiel, In het wiel zitten Achter iemand (blijven) rijden, geen kopwerk doen.
Wielbasis Afstand tussen de twee wielassen. Ook: de afstand tussen de raakpunten van respectievelijk voor- en achterband met de grond.
Wielset Aanduiding voor een compleet voor- en achterwiel, dus bestaande uit velgen, naven en spaken.
Wieltjesplakker Een renner die helemaal geen kopwerk verricht.
Wishbone Gaffelvormige achtervork (staand en liggend) in de vorm van een 'Y'. De afzonderlijke vorkscheden lopen daarbij dus niet door naar de zitbuis. Is bedoeld om vervorming van de achtervork door remkrachten zoveel mogelijk te voorkomen.
Zaag Een grote zaag opzetten: met een groot verzet gaan rijden.
Zadelpen Holle buis om het zadel op het frame te monteren. Alle racefietsen hebben tegenwoordig een zadelpen waarbij de rails van het zadel direct op een speciale vaste kop worden geklemd met één of twee inbusboutjes.
Zesdaagse Een zes dagen durende wielerwedstrijd voor ploegen, doorgaans bestaande uit verschillende onderdelen zoals een afvalwedstrijd, een koppelkoers en een tijdrit.
Zetel In een zetel. Met gemak, bijvoorbeeld dankzij hulp van teamgenoten. In een zetel over de finish komen. Ook: fauteuil.
Zit De manier van zitten, de houding van een renner op de fiets.
Zitbuis Ook wel zadelbuis of staande buis. Dat is de framebuis tussen bracket en zadelpen.
Zithoek De hoek tussen de zitbuis en het horizontale vlak. Deze schommelt bij mountainbikes rond de 71°, bij racefietsen tussen 72 en 74° en bij triathlonfietsen tegen de 80°.
Zitten blijven Niet reageren op een demarrage van een ander.
Zoetemelkdemarrage Demarrage die zo langzaam wordt ingezet dat men haast ongemerkt bij de tegenstander(s) wegrijdt.
Zog Kielzog. In het zog van een ander rijden.
Zuiger Wieltjesplakker, zie aldaar.
Zuinig rijden Niet meer inspanningen leveren dan nodig, zich sparen.
Zweethemd (Onder)hemd van vochtregulerende (kunst)stof die het zweet direct van de huid afvoert en doorgeeft aan een volgende kledinglaag.
Zwieper Een zwiepende, zijwaartse beweging.
Gehele of gedeeltelijke overname van dit wielerwoordenboek is niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Webmeesters van Toerclub De Kampioen.
Bent u zelf de webmaster van een site? Maak het u zelf makkelijk
en volsta met het plaatsen van een link naar deze pagina.
Dan heeft u altijd de meest recente en complete versie binnen handbereik.
A | B | C | D | E-F | G-J | K | L-M | N-O | P-R | S | T | U-V | W-Z |