- U bevindt zich hier:
-
Start
-
Ook nuttig
- Trapfrequentie
Onder de trapfrequentie verstaan wij het aantal omwentelingen (toeren) van de trapas of, als u dat makkelijker vindt, van de pedalen per minuut. Gebruikelijke afkortingen hiervoor zijn opm (omwentelingen per minuut) en tpm (toeren per minuut) terwijl dit op fietscomputers e.d. vaak wordt aangeduid als rpm (revolutions per minute).
Al ver voor de Tweede Wereldoorlog nam men aan dat er zoiets als een optimale trapfrequentie zou moeten zijn. Want men bemerkte dat er, wanneer er te langzaam getrapt werd, energie verloren ging aan de kracht en aan de duur van het samentrekken van de spieren, terwijl er bij te snel trappen energie verloren ging aan het overwinnen van de interne wrijving in die spieren. Er moest dus ergens een optimum zijn. Maar waar?
Daar is inmiddels veel wetenschappelijk onderzoek naar gedaan, in Nederland o.a. door de Rijksuniversiteit in Groningen. De resultaten van die onderzoeken komen niet altijd exact met elkaar overeen, maar de tendens is toch wel dat een trapfrequentie van 90 tot 100 tpm het meest ideaal is, met hier en daar uitschieters richting 90 Ć 105 tot 90 Ć 110. Die frequentie is mede afhankelijk van de kracht die geleverd moet worden. Bergop en tegen de wind in worden doorgaans lagere trapfrequenties gereden. Overigens hanteren goed getrainde renners een hogere trapfrequentie dan minder getrainde renners.
Vaak wordt zo'n lagere frequentie veroorzaakt door de keuze van een te zwaar verzet. De benen draaien dan te langzaam, waardoor het hart onvoldoende wordt gestimuleerd om snel (en dus) veel bloed rond te pompen. Gaat de snelheid vervolgens omhoog, bijvoorbeeld doordat de tegenwind wegvalt, dan is men geneigd om een tandje zwaarder te gaan rijden. Dit heeft tot gevolg dat men gaat "stoempen" en zichzelf gaat forceren waardoor het hart onvoldoende gestimuleerd wordt en er te weinig zuurstof naar de spieren getransporteerd wordt. En daarvan is het gevolg dat men sneller moe wordt en het zware verzet niet meer kan ronddraaien.
De fietsbeweging bestaat uit het afwisselend buigen en strekken van het been. Wanneer het zadel correct is afgesteld dan is het been vrijwel geheel gestrekt als het pedaal beneden is. De mate van buiging van het been als het pedaal aan de bovenkant van de cirkel is, wordt bepaald door de lengte van het been en de lengte van de crank. Wanneer nu twee personen met verschillende beenlengte op de fiets met gelijke cranks rijden, dan zal de persoon met de kortere benen zijn knieƫn verder strekken dan de persoon met de langere benen.
Anders gezegd: de kniehoek van de persoon met de langere benen is groter dan die van de persoon met de kortere benen. Het verschil tussen strekken en buigen is bij de persoon met de kortere benen dus groter dan bij de persoon met de langere. Als beide personen nu met dezelfde hoeksnelheid fietsen (zie ook onze pagina over cranklengte) dan zal de persoon met de langere benen meer omwentelingen per minuut kunnen maken, oftewel een hogere trapfrequentie hebben.
Met een ideale trapfrequentie kan men een maximaal vermogen op de fiets leveren. Dat vermogen definieert men als het product van de bewegingssnelheid en de geleverde kracht.
Wanneer u sneller trapt, moeten de spieren in uw benen sneller achtereen afwisselend samentrekken en weer ontspannen. De krachten in uw gewrichten en de spanning in uw spieren variƫren met een wijziging in de trapfrequentie. Onderzoek wijst uit dat de spanning die tijdens het fietsen in de beenspieren ontstaat de meest bepalende factor voor de trapfrequentie is.
De optimale trapfrequentie daalt bovendien wanneer de duur van de inspanning toeneemt. Voor sprints van vijf tot tien seconden bedraagt deze ongeveer 130 tpm, terwijl de optimale frequentie voor inspanningen van een uur zakt tot ongeveer 100 tpm. Meerdere bronnen wijzen er op dat bijna alle naoorlogse uurrecords verreden werden met een trapfrequentie van rond de 103 tpm.
Ten slotte merken wij nog op dat jongere mensen een hogere optimale trapfrequentie hebben en daarmee soepeler rijden dan oudere mensen. Bij deze laatste groep zal de optimale frequentie dus wat lager zijn en daarmee ook het te leveren vermogen.
Verwante onderwerpen:
- efficiƫnt fietsen
- cranklengte
- dubbel, triple of compact
- waaierrijden (deel 1)
- waaierrijden (deel 2)
Beviel de informatie? Beveel de pagina (of onze website!) dan ook eens aan op een fietsforum. Bijvoorbeeld op fiets.nl. Dan hebben anderen er wellicht ook iets aan!