- U bevindt zich hier:
-
Start
-
De Fiets, onderhoud
- Onderhoud ketting en kettingwielen
Om maar gelijk een misverstand uit de wereld te helpen: op een racefiets zitten géén tandwielen!
Een tandwiel is namelijk een van tanden voorzien wiel dat tezamen met een ander tandwiel een overbrenging vormt. Een kettingwiel is een van tanden voorzien wiel dat tezamen met de ketting en een ander kettingwiel een overbrenging vormt.
De aanduiding "tandwiel" is dan ook een volstrekt onjuiste benaming voor o.a. kettingbladen (vóór), tandkransjes (achter) en derailleurwieltjes.
In de uiteenzetting hieronder gebruiken we de juiste benaming, al zal dat voor sommigen onder u wel even wennen zijn.
En mocht u even niet meer weten waar we het over hebben: in ons Wieler Woordenboek vindt u naast de bovenstaande begrippen nog meer dan 300 relevante wielertermen verklaard.
Algemeen
In de fabriek worden nieuwe kettingen voor racefietsen onder hoge temperatuur voorbehandeld met vet. Daardoor vloeit er vet tussen de schakels en dat zorgt op zich voor een goede smering. Maar het vet waarin een nieuwe ketting geleverd wordt, dient vooral om de ketting tijdens opslag en transport tegen roest te beschermen en is niet voldoende om er ook mee te (blijven) fietsen. Door de hoge druk die tijdens het fietsen ontstaat wordt het vet bovendien weggedrukt, waardoor het juist op de plaatsen waar het zo dringend nodig is al snel niet meer aanwezig is. Daarom moet de ketting dan ook regelmatig worden gesmeerd.
Maar welk middel u daar ook voor gebruikt: ze hebben allemaal gemeen dat ze stof, zand en ander vuil vasthouden. En door de schurende werking daarvan slijten de ketting en kettingwielen snel.
Veel problemen tijdens het fietsen zijn dan ook terug te voeren op een versleten ketting, zoals gekraak tijdens het trappen, slecht schakelen, het aflopen van de ketting en soms zelfs doortrappen. Rijdt u te lang daarmee door dan zal bij het vervangen van de ketting ook de cassette (achter) vervangen moeten worden en soms ook nog het meest gebruikte kettingblad (voor). Deze onderdelen slijten op elkaar in en een nieuwe ketting op oude kettingwielen loopt niet echt lekker.
Nu is de vervanging van een ketting en wat derailleurwieltjes nog wel te betalen, maar vervanging van de kettingbladen (vóór) en de cassette (achter) da's andere koek.
Dus: goed en regelmatig onderhoud van de ketting en de kettingwielen is van groot belang voor de levensduur daarvan en bovendien een weldaad voor uw portemonnaie.
Reiniging ketting en kettingwielen
Reiniging ketting
Hoe schoon wilt u het hebben?
We beginnen met de simpelste (en minst afdoende) methode: knijp een lap of doek, al dan niet gedoopt in reinigingsvloeistof, stevig om de ketting knijpt en draai vervolgens de crank achteruit. Borstel de ketting en de tandkransjes achter schoon met bijvoorbeeld een oude tandenborstel of een pijpenrager (en wat reinigingsmiddel) en herhaal de truc met de lap nog een keer. Het meeste grove en loszittende vuil is er nu wel af, maar de ketting is inwendig nog verre van schoon. Sterker nog: juist door de lap wordt er vuil tussen de schakels van de ketting gedrukt. Bovendien krijgt u wel erg zwarte tanden wanneer u de tandenborstel naderhand nog gaat gebruiken waarvoor deze eigenlijk bedoeld was. Zo kunt u echt niet met ons meefietsen!
Maar het kan allemaal veel beter en handiger, namelijk met een speciaal kettingreinigingsapparaatje. Dat is een bakje met daarin een aantal draaiende borsteltjes en reinigingsvloeistof. Elk zichzelf respecterend merk van racefietsgereedschap heeft wel een variant hiervan in huis en in beginsel werken ze allemaal hetzelfde: haal het deksel van het apparaatje, druk de onderkant tegen de ketting, plaats het deksel er weer op, klem dit vast en vul het apparaatje tot het aangegeven niveau met reinigingsvloeistof.
Let op: sommige varianten moeten vóór het bevestigen worden gevuld.
Houd het apparaatje vast en draai vervolgens de crank een minuutje achteruit, dan poetsen de borsteltjes uw ketting aan alle kanten schoon. En bent u niet direct tevreden, ververs dan de reinigingsvloeistof en herhaal de procedure een keer.
Verwijder ten slotte het apparaatje en droog de ketting door er een schone doek omheen te knijpen en de crank achteruit te draaien. De reinigingsvloeistof is in theorie meerdere keren bruikbaar door het tussentijds te laten bezinken, maar in de praktijk is de vloeistof uit zo'n apparaatje zó smerig dat weggooien de enige serieuze optie is.
Ten slotte is er nog een derde methode, namelijk die waarbij u de ketting loshaalt, zie hierna onder Vervanging ketting, deze in een bakje met reinigingsvloeistof legt en reinigt met een borstel.
Voordat u zich aan deze laatste methode waagt, is het wel handig om eerst even met te controleren of de ketting niet vervangen moet worden, zie hierna onder Inspectie ketting.
Reiniging kettingbladen
Kettingwielen zijn het gemakkelijkst schoon te maken wanneer ze los zijn.
Bij de kettingbladen (vóór) is doorgaans alleen het buitenste blad simpel van de fiets te halen, het binnenblad (en bij een triple: de beide overige bladen) is/zijn alleen los te maken na demontage van de rechter crank.
De tandkransjes van de cassette zijn veel eenvoudiger los te maken, zie daarvoor Vervanging cassette hierna. Maar als u dat te veel moeite vindt of de mate van vervuiling is niet al te ernstig, dan kunt u volstaan met het tussen de kransjes doorhalen van een stevige, niet pluizende doek. Ook zijn er speciale borstels verkrijgbaar om goed tussen de tandkransjes te kunnen komen. Heeft u de kettingwielen wel losgemaakt, leg deze dan in een bakje met reinigingsvloeistof te weken, borstel ze daarna schoon met een (tanden)borstel en droog ze af met een doek.
De reinigingsvloeistof is meerdere keren bruikbaar door het tussentijds te laten bezinken.
Gaat u met borstel en vloeistof de kettingwielen te lijf terwijl deze nog op de racefiets zitten, bedek dan de rest van de fiets want anders spettert u de halve fiets onder!
Reiniging derailleurs
De beschrijving daarvan vindt u op onze pagina Onderhoud derailleurs.
Inspectie ketting en kettingwielen
Inspectie ketting
Beweeg alle schakels ten opzichte van elkaar om te controleren of ze allemaal nog soepel kunnen draaien.
Een ketting rekt tijdens het gebruik iets uit en wordt een paar millimeter langer. Een te ver opgerekte ketting vreet de kettingwielen aan. Het is dus zaak om de ketting te vervangen voordat deze te lang wordt. Controleer de slijtage daarom minimaal 1x per 1.000 km.
Er zijn diverse methoden om de slijtage van een ketting te meten en de één is nog omslachtiger en onnauwkeuriger dan de andere. Maak het u daarom gemakkelijk en koop (of leen) een zogenaamd kaliber, ook wel kettingslijtagemeter genoemd.
Dat is een simpel metalen plaatje dat u met één kant in de ketting steekt. Blijft de andere kant op de ketting staan dan is die ketting nog goed, zakt de andere kant tussen de schakels in dan dient de ketting vervangen te worden.
Die kalibers zijn er te kust en te keur en ook hier kunt u het zo duur maken als u zelf wilt.
Koopt u zo'n kaliber bijvoorbeeld van Shimano bij een onderdelenverzendhuis in Noord-Holland dan bent u inclusief verzendkosten zomaar € 63,70 lichter. Nog duurder dan dit adres hebben we nog niet gevonden! Exact datzelfde kaliber kost bij Rose.nl slechts € 37,00. Dus een beetje winkelen op internet kan al veel geld besparen. Maar uw eigen fietsenmaker verkoopt een net zo goed kaliber van bijvoorbeeld BBB en dat kost maar ... €7,95 (prijzen februari 2010)!
Overigens: de levensduur van een ketting is sterk afhankelijk van het gebruik, de weersomstandigheden en vooral van ... het onderhoud.
Een korte uitleg over het gebruik van een kettingkaliber vindt u hieronder:
Inspectie kettingwielen
Als de ketting erg versleten is, is de kans groot dat de tandkransjes achter ook aan vervanging toe zijn. Dat is zeker het geval indien:
- de tandjes spits zijn in plaats van afgestompt,
- het trapstel niet meer soepel draait tijdens het fietsen,
- de ketting tijdens het fietsen overslaat, en
- de ketting niet meer op een specifiek tandkransje wil pakken.
De firma Rohloff maakt een simpel apparaatje, de Rohloff HG/IG=Check, dat aangeeft of uw Shimano HG/IG-cassette versleten is of niet. Rose.nl levert dat ding voor € 16,50 (prijs februari 2010, excl. evt. verzendkosten), maar wij nemen aan dat uw fietsenmaker het u ook kan leveren.
Zodra van een bepaald tandkransje of kettingblad één of meer tanden zijn afgebroken of beschadigd moet het betreffende kettingwiel worden vervangen. Betreft het een tandkrans (achter) en zijn er sinds het vervangen van de cassette nog niet zoveel kilometers afgelegd, dan kunt u volstaan met het vervangen van die tandkrans, anders zal de hele cassette (en de ketting) moeten worden vervangen.
Maar ... bij steeds meer cassettes worden meerdere tandkransen zodanig aan elkaar bevestigd dat het afzonderlijk vervangen van één krans niet meer mogelijk is. Een (technisch) prachtig voorbeeld daarvan is de OG 1090 cassette van SRAM Red waarbij uit één stuk warmtebehandeld staal maar liefst acht tandkransjes zijn gefreesd. Mooier is er voor de liefhebber nauwelijks denkbaar, maar het wordt een beetje prijzig als er één tandje versleten is!
Vanwege het grotere aantal tanden gaan de kettingbladen (voor) langer mee: zo'n twee à drie kettingen, vooropgesteld dat die kettingen op tijd worden vervangen! De kettingbladen dienen te worden vervangen zodra tandjes spits worden.
Smering ketting en kettingwielen
Wie de moeite neemt om eens een stukje ketting van nabij te bekijken, ziet dat één complete schakel uit acht onderdeeltjes bestaat: 2 buitenplaten of -schalmen, 2 binnenplaten, 2 rollen en 2 pennen. U begrijpt dan ook dat een ketting alléén behoeft te worden gesmeerd op de plaatsen die aan wrijving en slijtage onderhevig zijn. Dat zijn dus alleen de plekjes tussen de binnen- en buitenplaten, tussen de rollen en de binnenplaten en rond de pennen.
Omdat olie en vet stof, zand en vuil aantrekken (waardoor de slijtage toeneemt), moeten alle overige plaatsen van de ketting, dus ook de buitenkant van de buitenschalmen zo droog mogelijk worden gehouden. Een druppeltje olie op iedere rol is dan ook meer dan voldoende en alle overige zichtbare smering dient met een droge doek te worden verwijderd. Dat laatste kunt u het beste nog een keer herhalen wanneer de overtollige smering na de eerste rit naar buiten is geperst. Heeft u het goed gedaan, dan ziet uw ketting er weer uit als nieuw!
Smeermiddelen zijn in twee groepen te verdelen: olie en wax/was. Bij beide groepen moet de ketting droog zijn voordat deze gesmeerd wordt.
Olie kan het beste worden opgebracht door elke schakel afzonderlijk in te druppelen. Doe dat bij voorkeur ruim vóór uw volgende rit. Het smeermiddel kan dan goed tussen schakels vloeien. Herhaal dat regelmatig, bijvoorbeeld na elke 200-300 km.
Bij veel ritten in de regen doet u dat bijvoorbeeld 100 km eerder en bij overwegend droog weer hooguit 100 km later.
Smeermiddelen op basis van wax hebben het voordeel dat er nauwelijks zand en vuil aan de ketting blijft kleven en dat bevordert, zoals u inmiddels weet, de levensduur.
Maar wax/was mengt niet goed met vet. De ketting moet daarom eerst vetvrij worden gemaakt, bijvoorbeeld met kettingreiniger. Na ontvetten de ketting laten drogen en de wax aanbrengen. Ook hier het overtollige smeermiddel weghalen met een droge doek en de ceremonie met de nodige regelmaat herhalen.
Wax/Was heeft de eigenschap dat het droger is en minder vuil aantrekt dan olie of vet.
Geeft u de voorkeur aan het gebruik van een spuitbus met kettingvet, teflonspray, dunne olie en dergelijke? Ook goed, maar ga dan als volgt te werk.
Ga achter de fiets staan en spuit het smeermiddel ter hoogte van de derailleurwieltjes op de ketting terwijl u aan de crank terugdraait. Draai na het spuiten de crank nog een keer of tien rond, zodat het smeermiddel zich gelijkmatig kan verspreiden.
Spuit niet ter hoogte van de cassette of de derailleur, want dan blijft al die olie daar zitten en dat trekt weer stof en vuil aan! Daarmee is het hoofdstuk Smering kettingwielen ook gelijk behandeld: de kettingwielen moeten vooral NIET apart worden gesmeerd, zij worden al vet genoeg door de het contact met de ketting!
Laat de fiets na het smeren een nachtje staan zodat het smeermiddel in de schakels kan doordringen. De volgende dag verwijdert u met een droge, schone doek het overtollig smeermiddel van de ketting en de derailleurwieltjes en voorkomt hiermee dat de fiets direct weer vuil wordt door rondspattend smeermiddel.
Gaat de eerste rit door regen en andere nattigheid, spuit dan (als dat al niet in het smeermiddel zit) een dun laagje teflonspray over de ketting zodat het smeermiddel langer op de ketting blijft.
Voor alle duidelijkheid: siliconenspray is GEEN smeermiddel!
Smeren, zo moet het niet: vlak voor de rit ziet u dat de ketting toch wat roestig of droog is. Vlug de spuitbus pakken en de ketting nog even inspuiten. Het effect is dat uw fiets vervolgens wordt onder gespetterd door rondvliegend smeermiddel, terwijl het vuil zich tijdens de rit lekker kan nestelen in het verse oliebadje. Zo blijft het werk in de wereld!
Vervanging ketting
Demontage ketting
Voor de demontage van de oude ketting en het op maat maken van de nieuwe heeft u een kettingpons nodig. In zo'n apparaatje wordt de ketting gefixeerd op een aambeeld en kunt u met een schroefmechanisme een pen uit de schakel drukken. Nou, daar gaat 'ie.
Kijk eerst even hoe de ketting precies loopt, vooral bij de derailleur(wieltjes).
Als straks dezelfde ketting weer gemonteerd moet worden, is het handig om de ketting vanaf de binnenzijde te openen zodat de sluitpin er dan van buiten naar binnen in kan worden geperst.
Bij de meeste kettingen maakt het niet uit welke schakel u openmaakt, maar Shimano kettingen hebben een speciale sluitpen (in een afwijkende kleur): deze kunt u slechts één keer gebruiken.
Als u zo'n pen bij de hand heeft, is er geen probleem, maar anders kunt u zo'n ketting beter op een ander punt openen.
Leg de schakel op het aambeeld en schroef de stift van de kettingpons tegen de pen aan. Let er op dat die stift midden op de pen staat en blijft staan. Draai de stift nu recht in de ketting. Het eerste stukje gaat even zwaar, maar na een paar slagen gaat het soepeler.
Draai de pen er niet helemaal uit (tenzij u een Shimano sluitpen bij de hand heeft). Haal de ketting nu uit de kettingpons en wrik de ketting voorzichtig open. De ketting zal nu van het uitstekende stuk van de pen glijden.
Het zal u duidelijk zijn dat u de ketting, door het bovenstaande bij een andere schakel te herhalen, naar wens kunt inkorten.
Overigens: sommige merken maken gebruik van speciale sluitschakels die u eenmalig of meerdere keren kunt gebruiken, al dan niet zonder speciaal gereedschap.
Montage ketting
Let bij de aankoop van de nieuwe ketting op de juiste lengte en breedte. De ketting heeft de juiste lengte indien de ketting op vóór op het buitenblad ligt, achter op het kleinste tandkransje en de beide derailleurwieltjes dan loodrecht onder elkaar staan. De juiste breedte van de ketting wordt bepaald door het aantal tandkransjes achter. Dat varieert inmiddels van 7 à 8 (het kan maar lekker rijden zo'n mooie oude fiets) tot 11 (bij Miche en Campagnolo).
Rijg de ketting langs de derailleurwieltjes, over de achter- en de voorderailleur, sluit de ketting (indien van toepassing) met de sluitschakel, of smeer de kettingpen en draai deze zó met de kettingpons in de schakel dat de pen er aan beide zijden even weinig uitsteekt.
Controleer of de zojuist gesloten schakel soepel draait. Is dat niet het geval, wrik de ketting bij die schakel dan voorzichtig in de dwarsrichting iets heen en weer. Draai eventueel het pennetje iets terug of iets verder in de ketting.
Maar aanschouwelijk onderwijs is natuurlijk het allerhandigst. Dus bekijk dit filmpje om het in de praktijk te zien:
Vervanging kettingbladen
Voor het (de)monteren van het grootste (en bij een triple ook het middelste) kettingblad heeft u een passende inbussleutel (5 mm) nodig om de bladbouten los te draaien en een kettingbladmoersleutel (alleen al om de naam wilt u het aanschaffen) om de moertjes aan de achterkant tegen te houden.
Voor het (de)monteren van het klein(st)e kettingblad moet doorgaans de rechter crankarm gedemonteerd worden.
Let er bij de aanschaf van een nieuw kettingblad op dat niet ieder kettingblad op elke crank past. Zo kan het aantal montagegaten verschillen (doorgaans vier of vijf) en de afstand tussen twee opéénvolgende montagegaten. Bovendien is het aantal tandkransjes achter (7 tot 11) van belang vanwege het type ketting, en de breedte daarvan moet weer passen bij het nieuwe kettingblad!
Vervanging cassette
De meeste cassettes bestaan uit losse tandkransjes met daartussen afstandsringen (vulringen of spacers), maar soms vormen 2 tot 8 tandkransjes één geheel, doorgaans aangeduid als: spider. We schreven daarover al hierboven bij Inspectie kettingwielen. De kransjes worden om de body geschoven. Dat is het draaimechanisme dat uit de achternaaf steekt.
Het vervangen van de cassette is een leuk en simpel werkje, maar zonder het juiste gereedschap is er geen beginnen aan. Dit heeft u nodig:
- een "afnemer", om de sluitring van de cassette los te draaien, en
- een kranshouder (kettingzweep), om de cassette tegen te kunnen houden, wanneer de sluitring wordt verwijderd.
Deze gereedschappen staan bij de diverse "deskundigen" onder de meest merkwaardige namen bekend, maar de hierboven gebruikte zijn de algemeen gangbare en uw fietsenmaker zal zeker begrijpen wat u bedoelt wanneer u een en ander bij hem wilt aanschaffen.
De tandkransjes en spacers worden tegen elkaar aangedrukt en op hun plaats gehouden door een sluitring (soms is dat tevens het kleinste tandkransje). De afnemer past in die sluitring en de kettingzweep moet de cassette tegenhouden wanneer u de sluitring wilt losdraaien. Daar gaan we.
Demontage cassette
Haal het achterwiel uit de racefiets en haal de snelspanner uit de naaf. Voor het (de)monteren van een wiel: zie onze pagina Onderhoud wielen.
Plaats het wiel voor uw voeten, met de cassette naar voren, dus van u af.
Steek de afnemer in de sluitring. Omdat, zoals hierboven al is aangegeven, de cassette bij het losdraaien van de sluitring zal meedraaien, moet deze met behulp van de kettingzweep worden tegengehouden (zie foto). Fout doen is moeilijk, want als de cassette bij het losdraaien van de sluitring niet meedraait, draait u de verkeerde kant uit!
Is de sluitring eenmaal los dan kunt u deze met de afnemer verder los draaien en heeft de kettingzweep zijn werk gedaan.
Sommige collega-racefietsers geven er de voorkeur aan om het wiel (met de cassette naar boven) op de beide bovenbenen te plaatsen en dan met behulp van afnemer en kettingzweep de sluitring los te draaien.
Meestal is het niet noodzakelijk om de gehele cassette te vernieuwen en kan worden volstaan met het vervangen van de kransjes die het vaakst zijn gebruikt en verkeren de overige tandkransjes nog in een uitstekende staat. In beginsel zijn alle kransjes en spiders los te verkrijgen, maar let er bij aankoop op dat een en ander qua merk en type bij de rest van de cassette en derailleur passen. Een tandkrans voor een 9-speed derailleur past niet in een 10-speed cassette, en een tandkrans van Campagnolo niet op een SRAM-body, enzovoort.
Montage cassette
Dat kan na de voorgaande uitleg geen problemen meer opleveren.
De uitsparingen binnenin de tandkransjes zijn zodanig dat deze maar op één manier op de body kunnen worden bevestigd.
Let er op dat tussen de tandkransjes steeds één afstandsring wordt geplaatst en dat de kransjes van groot naar klein op de body worden geschoven.
Vervolgens draait u de sluitring met de afnemer vast, monteert u de snelspanner in de naaf en het wiel in de racefiets. En klaar is Kees.
Eerst zien en dan geloven? Een handig (Engelstalig) instructiefilmpje vindt u hier.
Tips tegen slijtage
1. Ontdoe de ketting direct na een rit van vocht, vuil en zand.
2. Smeer de ketting regelmatig, bijvoorbeeld na ± 250 km.
3. Gebruik nooit thinner, wasbenzine en dergelijke om de ketting schoon te maken of te ontvetten.
4. Vervang de ketting tijdig want een versleten ketting versnelt de slijtage van de kettingwielen.
Regelmatig de ketting vervangen is goedkoper dan iets minder vaak alles vervangen.
5. Voorkom dat de ketting te schuin wordt geschakeld, dus voor en achter op het grootste kettingwiel of juist op het kleinste. Dat vreet aan uw ketting en levert bovendien veel weerstand op bij het trappen.
6. Kijk vooruit en voorkom zoveel mogelijk het schakelen op steile stukken.
7. Gebruik 2 of 3 kettingen door elkaar en wissel deze na bijvoorbeeld 750 km. Zo ontstaat een niet al te specifiek slijtagepatroon en gaat een cassette in combinatie met die 2 of 3 kettingen dus 2 Ã 3 keer zo lang mee.
Beviel de informatie? Beveel de pagina (of onze website!) dan ook eens aan op een fietsforum. Bijvoorbeeld op fiets.nl. Dan hebben anderen er wellicht ook iets aan!